De balans tussen geven en nemen

De balans tussen geven en nemen

Ben jij iemand die altijd meer moet of wil geven dan dat je kan ontvangen? Je bent niet de enige!

 

Vaak gaat het willen blijven geven ver, terug in je familiesysteem.

 

Vanaf je geboorte wil je als kind gezien en gehoord worden door je ouders. Je weet als kind al snel wat je moet doen om dat voor elkaar te krijgen. Uitermate lief zijn, veel aandacht vragen, schreeuwen, huilen, alles doen voor je ouders…. Als kind voel je feilloos aan. Ook waar de pijnpunten van je ouders zitten.

 

Je voelt dus ook precies aan wat je ouders nodig hebben en waarin zij nog behoeftig zijn. En met behoeftig zijn, bedoel ik hetgeen wat zij als kind gemist hebben bij hun eigen ouders. Ouders kunnen dit bewust of onbewust willen halen bij hun eigen kinderen, omdat kinderen hun eigen pijn naar boven brengen. Als je zelf kinderen hebt, herken je dit wellicht. Als je als ouder verdrietig bent in het bijzijn van jonge kinderen, willen ze je direct troosten. Ze komen dicht bij je zitten, slaan een arm om je heen en willen je tranen drogen. Het troosten en oplossen is niet de taak van een kind, maar van jou als volwassene.

 

In een familieopstelling zien we de disbalans in het geven en nemen terug doordat het kind voor de ander wil blijven zorgen, blijven oplossen of hulp wil blijven bieden. Uit loyaliteit naar de ouders willen kinderen dat het goed gaat met de ouders. Wat er vervolgens terugkomt van de ouders, als er al iets terugkomt, is niet hetgeen het kind nodig had. Hetgeen wat er wel terugkomt, ook al is dit goed voor het kind, is soms moeilijk te ontvangen voor het kind. Het kind zoekt namelijk iets anders.

En zo blijf je in je volwassen leven, als kind van je ouders, op zoek naar iets om te ontvangen wat je van je ouders gemist hebt. Je zoekt dit buiten jezelf. Degene bij wie je het zoekt in de buitenwereld, kan jou echter niet geven wat jij precies wilt ontvangen.

 

De pijn nemen voor wat er voor jou als kind niet was, schept RUIMTE voor jou. Je neemt daarmee je ouders zoals ze zijn en hoe het voor jou was. Je vult je eigen behoefte in en daarmee ben je niet meer afhankelijk van een ander om datgene in te vullen wat je gemist hebt. Het stelt je in staat om grenzen te stellen aan je geef gedrag en je leven te leven zoals JIJ dat wilt. Waar in je naast geven ook kan ontvangen.

 

Herken je je erin dat jouw kind voor jouw wil zorgen? Geef aan dat hij of zij niet voor jou hoeft te zorgen en dat je dat als ouder zelf doet of zelf regelt en hulp zoekt. Daarmee ontlast je je kind van het zorgen voor jou.

 


Misschien vind je dit ook leuk?